7 Sociaal domein

Financiën

Uitsplitsing naar beleidsvelden

Lasten

Baten

Saldo

Lasten

Baten

Saldo

Verschil

Verschil

Verschil

Bedragen x € 1000

2022

2022

2022

2023

2023

2023

Lasten

Baten

Saldo

Jeugdzorg

-7.684

0

-7.684

-8.083

0

-8.083

-399

0

-399

Lokale toegang

-1.587

0

-1.587

-1.493

0

-1.493

94

0

94

Participatie

-4.593

371

-4.222

-4.515

407

-4.108

77

36

113

Preventie

-1.820

58

-1.761

-1.858

6

-1.851

-38

-52

-90

Publieke gezondheid

-1.264

0

-1.264

-1.349

0

-1.349

-85

0

-85

WMO

-6.085

448

-5.636

-5.712

147

-5.565

373

-302

71

Saldo van lasten en baten

-23.032

878

-22.154

-23.010

560

-22.450

22

-318

-295

Mutatie reserves

0

349

349

0

0

0

0

-349

-349

Resultaat

-23.032

1.227

-21.805

-23.010

560

-22.450

22

-667

-644

Financiële analyse

Hieronder volgt een toelichting op de verschillen groter dan € 50.000 - op beleidsveld niveau - tussen de begroting 2023 en de begroting 2022 (inclusief alle begrotingswijzigingen t/m juni 2022).
De afwijkingen zijn aangeduid als - of +.

Min - betekent dus hogere lasten of lagere baten in de begroting 2023 ten opzichte van de begroting 2022, waardoor er een negatief effect is op het begrotingssaldo.

Jeugdzorg, - € 399.000
De bijdrage aan de Gecertificeerde Instellingen stijgt met € 113.000, daarbij stijgen de kosten voor GGZ, J&O en LTA met respectievelijk € 784.000, € 370.000 en € 150.000. Hier tegenover staan voordelen op het gebied van LVB en ZIN Middensegment van respectievelijk € 652.000 en € 264.000. Voor 2023 wordt € 124.000 meer uitgegeven aan personeel, dit wordt veroorzaakt door de uitbreiding met een gedragswetenschapper en de reguliere salarisaanpassingen. Voor 2022 was een incidenteel budget beschikbaar van € 150.000 t.b.v. Grip op Sociaal Domein. Dit project is inmiddels afgerond, dit resulteert in een voordeel van € 150.000. Andere voordelen binnen dit beleidsveld ontstaan door het verplaatsen van de lasten voor POH-jeugd naar het beleidsveld preventie en de correctie in de begroting van de bijdrage aan RSJ. Tezamen resulteert dit in een voordeel van € 81.000. Tot slot zijn er diverse kleine verschillen ad. € 5.000.

Lokale toegang, € 94.000
In 2023 is er sprake van een voordeel van € 94.000 in vergelijking met 2022. In 2023 zijn de bijdragen voor de Sociale Recherche en de bijdrage Veilig Thuis € 28.000 lager. Daarnaast werd in 2022 incidenteel € 37.000 beschikbaar gesteld voor het actieplan Corona en werd op dit beleidsveld een incidenteel budget beschikbaar gesteld van € 142.000 voor het project omzetting Hulp in de huishouding. In 2023 wordt € 18.000 meer aan subsidie verstrekt, onder meer vanwege het terugdraaien van de bezuiniging Welzijn. Het budget voor de salariskosten neemt toe met € 94.000 vanwege formatieve uitbreiding en reguliere salarisaanpassingen. Tot slot zijn er diverse kleine verschillen ad. € 1.000 nadeel, waardoor er per saldo een voordeel ontstaat van € 94.000 op dit beleidsveld.

Participatie, € 113.000
Er zijn per saldo hogere baten op het beleidsveld van de sociale werkvoorziening doordat er naar verwachting meer lasten kunnen worden doorbelast aan de eenheid openbare ruimte. Daarnaast zijn vanaf 2023 de opbrengsten uit het lage inkomensvoordeel begroot. Er worden geen inkomsten meer verwacht uit detachering van sw-ers. Dit resulteert in een voordeel van € 59.000. De verwachting is dat de daling van het aantal SW-ers, en daarmee de loonkosten ad. € 69.000, doorzet. De baten als gevolg van de detachering van SW-ers neemt af met € 23.000. In 2022 was incidenteel € 150.000 beschikbaar om extra in te zetten op de re-integratieactiviteiten, daarnaast werd incidenteel € 39.000 aan compensabele BTW ontvangen over voorgaande jaren. De lasten voor begeleiding nemen met € 13.000 toe vanwege de samenstelling van het uitkeringsbestand. Door een toename van het aantal cliënten met een Nieuw Beschut Indicatie zullen deze lasten met € 37.000 stijgen. Het budget voor de salariskosten neemt toe met € 53.000 vanwege formatieve uitbreiding en reguliere salarisaanpassingen.

Preventie, - € 90.000
In 2023 wordt € 74.000 meer wordt uitgegeven aan subsidies. Dit komt hoofdzakelijk door het terugdraaien van de bezuiniging op Welzijn. In 2022 werd € 50.000 incidenteel budget beschikbaar gesteld voor de inzet van een beleidsadviseur. De personeelslasten stijgen met € 62.000 vanwege formatieve uitbreiding en reguliere salarisaanpassingen. Per saldo resulteert dit in € 12.000 hogere lasten. Tot slot zijn er diverse kleine verschillen die resulteren in een nadeel van € 4.000.

Publieke gezondheid, - € 85.000
In 2023 zien wij de bijdrage aan de GGD stijgen, dit resulteert in € 69.000 hogere lasten. Daarnaast is er sprake van een aantal kleine verschillen van € 16.000, onder meer door de stijging van de service- en huurlasten voor de consultatiebureaus en daarnaast vindt er een aanpassing plaats op basis van de gerealiseerde rekeningcijfers.

Wmo,  € 71.000
Dit voordeel o.a. een resultaat van lagere lasten ad. € 437.000 en lagere baten ad. € 302.000. De oorzaak van de daling van de lasten ontstaat onder meer doordat er € 205.000 minder budget benodigd is voor de maatwerkwerkvoorzieningen, zoals rolstoelen, woningaanpassingen en vervoersoplossingen. Daarnaast was in 2022 een incidenteel budget beschikbaar van € 147.000 voor het experiment beschermd thuis. De lasten voor Hulp in de Huishouding zijn € 177.000 lager, dit komt door een administratieve correctie en door een verwachte afname van de voorzieningen als gevolg van het project opheffen algemene voorziening Hulp bij het Huishouden (HH). De lasten voor de voorziening begeleiding nemen met € 68.000 toe. De oorzaak is onder meer gelegen in een stijging van de tarieven, hogere subsidieverstrekking en meer uitgaven als gevolg van het project indicatieloze dagbesteding. De lasten voor PGB stijgen in vergelijking met 2022 met € 13.000. De oorzaak is gelegen in een stijging van de tarieven. De baten zijn lager omdat er, in tegenstelling tot voorgaande jaren, geen vrijval voor beschermd wonen vanuit de regiegemeente Zwolle wordt verwacht vanaf 2023 ad € 302.000. De personeelslasten stijgen met € 75.000 vanwege formatieve uitbreiding en reguliere salarisaanpassingen.

M utaties reserves, - € 349.000
Deze onttrekkingen zijn in 2022 geraamd t.b.v. de inzet van de vanuit de jaarrekening 2021 overgehevelde budgetten met betrekking op programma 7.

Deze pagina is gebouwd op 10/06/2022 16:29:17 met de export van 10/06/2022 15:33:19