1 Lokale heffingen

Op grond van de BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) dient de paragraaf lokale heffingen een overzicht op hoofdlijnen te bevatten van de diverse heffingen. In dit overzicht dient inzichtelijk te worden gemaakt hoe bij de berekening van de tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden. Ook dient naar voren te komen wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd.

De “grote belastingen”, zoals afvalstoffenheffing en rioolheffing, zijn hierbij het meest in het oog springend. Jaarlijks wordt aan de hand van de kosten een berekening gemaakt van de hoogte van de benodigde opbrengsten. Bij beide belastingen worden grote tariefschommelingen afgevlakt door te werken met een voorziening. Voor “kleine belastingen” als de diverse legessoorten mogen maximaal kostendekkende tarieven worden gevraagd.

Rioolheffing
Eind 2021 is het geactualiseerde Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP) vastgesteld. De huidige inkomsten liggen op € 1,5 miljoen euro per jaar. Op basis GRP 2022-2026 is een kostenstijging van 4,4% voor 2023 opgenomen om in de toekomst onderhoud te kunnen uitvoeren en er gespaard kan worden via een voorziening.

Afvalstoffenheffing
Het uitgangspunt is 100% kostendekkendheid van de tarieven. Bij de afvalstoffenheffing is sprake van een stijging van de kosten en zijn de tarieven de afgelopen jaren verhoogd om deze kostenstijging op te vangen. Doordat er sprake is geweest van hogere inkomsten en meevallende kostenstijgingen, zijn de voordelige exploitatiesaldo’s gereserveerd. De verwachting is dat ook voor 2022 geldt. Om de voorziening niet verder te laten oplopen is het voorstel om het vaste bedrag van € 210 voor 2022 in 2023 met € 15 te verlagen en de overige tarieven gelijk te laten.

Leges
Voor de leges in zijn algemeenheid geldt dat voor 2022 een trendmatige aanpassing van 1,7% wordt doorgevoerd. De verordening en tarieventabel worden verder geactualiseerd op basis van recente wetswijzigingen en bedrijfsvoering. Binnen de titels van de legesverordening is er sprake van kruissubsidiëring en wordt gestreefd naar een kostendekkendheid van 100%. Bij kruissubsidiëring worden onrendabele activiteiten gesubsidieerd met winst uit rendabele activiteiten. Voor 2023 zijn de leges tarieven aangepast (voor zover er geen maximum tarieven van toepassing zijn) met een extra verhoging van 10% om te komen tot 100% kostendekkende tarieven.

Titel 1 Algemene dienstverlening
De tarieven voor de rijbewijzen en reisdocumenten worden door het Rijk vastgesteld. Dit betekent dat de gemeente beperkt invloed heeft om te streven naar een volledige mate van kostendekkendheid. Daarnaast brengen de servicepunten extra kosten met zich mee.

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Door de economische ontwikkelingen is het lastig in te schatten welke baten jaarlijks gerealiseerd
worden met het in behandeling nemen van vergunningsaanvragen. Wanneer er een grotere vraag is
dan heeft dit ook gevolgen voor de hoogte van de lasten. Om de kwaliteit van de dienstverlening te borgen, kan er voor gekozen worden om bij een grotere vraag tijdelijk extra personeel in te huren.
De leges zijn berekend op basis van het bestaande beleid. Wanneer de Omgevingswet per 1 januari 2023 ingaat, verandert het beleid en zal dit opnieuw ingeweven worden binnen de titels van de legesverordening.  

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Titel 3 van de legesverordening regelt onder andere de leges voor zaken die samenhangen met de APV. Mede door het afschaffen van de leges voor evenementen is het lastig om 100% kostendekkendheid te realiseren.

Begraafplaatsrechten
Het onderhoudsniveau op begraafplaatsen is bepaald op het niveau A, dit wil zeggen, het hoogste niveau van onderhoud wat we kennen. Dit is een bewuste keuze, het doet recht aan de gedenkwaardige functie van een begraafplaats. Daarmee valt te verantwoorden dat de kosten voor onderhoud hoger zijn dan op andere openbare plaatsen en is een hoge mate van kostendekkendheid moeilijk te realiseren. De tarieven zijn verhoogd met 1,7%.

Marktgelden
Marktgelden worden verhoogd met de trendmatige tariefverhoging van 1,7%. Gelet op het feit dat we een dergelijke voorziening voor onze burgers in stand willen houden, ligt een hogere mate van kostendekkendheid niet binnen bereik. De weekmarkten en de standplaatsen maken onderdeel uit van de marktgelden. Tot en met 2021 waren de standplaatsen onderdeel van de precariobelasting.

Tarievenbeleid overige belastingen 2023

Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
Voor 2022 worden er hogere OZB opbrengsten verwacht vanwege het reguliere inflatiepercentage (1,7%).  Daarnaast is er sprake van areaaluitbreiding.

Hondenbelasting
Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2023-2026 heeft de raad met het indienden van een amendement besloten om vanaf 2023 geen hondenbelasting meer te heffen.

Precariobelasting
Voor 2022 wordt een trendmatige aanpassing van 1,7% doorgevoerd. Tot en met 2021 waren de standplaatsen onderdeel van de precariobelasting.

Toeristenbelasting
Vanaf 2020 bestaat een differentiatie tussen de type overnachtingen. Het tarief voor hotels en B&B's bedraagt vanaf 2022 € 1,40 per persoon per overnachting en het tarief voor overige accommodaties € 0,95. Hierbij is rekening gehouden met de trendmatige tariefsverhoging van 1,7%. De tarieven worden afgerond op € 0,05.  

Lastendruk gemeente Dalfsen

De lokale heffingen zijn van invloed op de woonlastenontwikkeling van de gemeente Dalfsen. Onder woonlasten wordt verstaan: onroerendezaakbelastingen, afvalstoffen- en rioolheffing. Het zijn belastingen en heffingen waarmee ieder huishouden in een gemeente jaarlijks te maken krijgt.

Met onderstaande tabel geven we inzicht in de belastingdruk over 2022 en voorgaande jaren.

www.gblt.nl/dalfsen/tarieven

Van de woonlasten in 2023 kan slechts een indicatie worden gegeven op basis van de verwachtingen voor 2023. De tarief aanpassingen voor de OZB, afval- en rioolheffing leiden voor een gemiddeld gezin (met eigen woning) tot de volgende woonlastenontwikkeling voor 2023:

* De afvalstoffenheffing is berekend op het gemiddelde tarief per perceel. Er is geen onderscheid in het vastrecht maar wel in de variabele kosten die afhankelijk zijn van het aantal ledigingen.

Kwijtscheldingsbeleid
In de gemeente Dalfsen is het mogelijk om volledige dan wel gedeeltelijke kwijtschelding te verkrijgen voor de OZB, hondenbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Voor de afvalstoffenheffing geldt dat  kwijtschelding slechts mogelijk is voor het vastrecht. Voor de rioolheffing geldt dat bij de belasting gebruikersdeel per jaar, bij een hoeveelheid afgevoerd afvalwater van 0 m³ tot en met 500 m³, kwijtschelding kan worden verleend.

Bij de beoordeling van de verzoeken om kwijtschelding hanteert GBLT de zogenaamde 100% norm. Inwoners die twee jaar of langer zijn aangewezen op een bijstandsuitkering krijgen automatisch kwijtschelding. Op basis van melding door de gemeente verleent GBLT aan deze mensen automatisch kwijtschelding.

Ruim 90%  van de verleende kwijtscheldingen worden verdisconteerd in de tarieven.