In de vorige paragraaf is weergegeven dat grondexploitaties risico’s met zich meebrengen. Deze mogelijke risico’s worden gedekt door een buffer; de algemene reserve grondexploitaties.
De hoogte van de reserve wordt bepaald op basis van de risico’s die gelopen worden, of kosten die nog geclaimd kunnen worden uit de reserve (vennootschapsbelasting). Bij het bepalen van de risico’s wordt rekening gehouden dat bij winstgevende exploitaties de eerste 25% van de winst kan worden ingezet om de risico’s van deze exploitatie op te vangen. In de nota reserves en voorzieningen is vastgelegd dat de reserve een ondergrens kent van € 1 miljoen.
Op basis van risicoafweging is een algemene reserve grondexploitaties van € 1,5 miljoen genoeg voor het afdekken van de risico. Volgens deze gegevens kan het volgende verloop worden weergegeven voor de benodigde bijdrage vanuit/aan de Algemene reserve vrij besteedbaar (ARVB).
bedragen x € 1.000 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|
Netto berekende risico/ benodigde stand reserve | 2.311 | 2.400 | 2.300 | 1.500 |
Stand algemene reserve grondexploitatie | 3.570 | 4.787 | 2.679 | 2.433 |
Bijdrage reserve vrij besteedbaar | 1.259 | 2.387 | 379 | 933 |
De bijdrage naar de reserve vrij besteedbaar ligt hoger dan het afgelopen jaar. Dit wordt veroorzaakt door een sterke teruggang in de risico's die worden gelopen in de grondexploitaties. grondexploitaties.
Een aantal grondexploitaties lopen in 2022 ten einde en zullen afgerond worden. De verwachting is dan ook dat in de komende jaren de winstnames uit de grondexploitaties en hiermee de voeding van de algemene reserve grondexploitaties lager zullen liggen dan de afgelopen jaren. Omdat de winsten uit de grondexploitaties incidentele middelen zijn en de omvang hiervan lastig te bepalen is zijn deze niet ingerekend in deze begroting. Bij de ontwikkelingen is een doorkijk gegeven van de verwachte winsten. Bij gelijkblijvende omstandigheden en risico's kunnen deze tussentijdse winsten overgezet worden naar de reserve vrij besteedbaar.