Bijlagen

9 Uitgangspunten begroting 2023 - 2026

Algemene uitkering gemeentefonds
De Begroting 2023-2026 wordt gebaseerd op de meicirculaire 2022 en bijgesteld met de septembercirculaire 2022.

 Aandachtspunten:
1.   herverdeling gemeentefonds
2.   extra middelen Jeugdzorg
3.   opschalingskorting 2023-2026

  1. Herverdeling Gemeentefonds

De herverdeling gemeentefonds wordt vanaf 2023 ingevoerd. De effecten zijn via de meicirculaire 2022 in de begroting verwerkt. Er is een ingroei van drie jaar met respectievelijk € 7,50 € 22,50 en € 26,92 per inwoner.

  1.  Jeugdzorg

Op dit moment werken het rijk en de VNG aan de Hervormingsagenda jeugdzorg.
Deze zal naar verwachting dit najaar worden afgerond. Naast de besparingsopgave die volgt uit de uitspraak van de Commissie van Wijzen heeft het kabinet besloten tot het realiseren van de aanvullende besparing van structureel € 511 miljoen (in 2027), welke een Rijksverantwoordelijkheid is gemaakt. Het is aan de Rijksoverheid is om de besparing in te vullen met (wettelijke) maatregelen, waardoor gemeenten minder middelen nodig hebben of waarbij alternatieve inkomsten gegenereerd worden (bv door middel van de invoering van een eigen bijdrage). Ook draagt het Rijk het budgettaire risico ingeval (een deel van) deze maatregelen geen of niet tijdig doorgang.

De aanvullende afspraken die voor 100% opgenomen mogen worden:

  • Gemeenten mogen in de jaarschijven 2024 tot en met 2026 de middelen die op de aanvullende post zijn gereserveerd meenemen in hun meerjarenraming.
  • Daarnaast mogen gemeenten in hun begroting rekening houden met een besparing als gevolg van maatregelen die het Rijk zal uitwerken.

In lijn van de begroting 2022-2025 is het effect voor de begroting 2023-2026 met 75% verwerkt. Een deel als vermindering van de uitgaven en een deel raming van middelen. Voor 2024 en 2025 is dit budgetneutraal ten opzichte van de begroting 2022-2025, respectievelijk € 1,3 miljoen en € 1,2 miljoen. Voor 2026 is hiervoor € 817.000 begroot.

  1. Opschalingskorting 2023-2026

De opschalingskorting wordt niet verhoogd voor de jaren 2023-2025. Dit leidt tot een hogere algemene uitkering in deze jaren. Voor 2026 zal de opschalingskorting terugkomen op het oorspronkelijke niveau. Dit leidt er toe dat de meerjarenraming gemeentefonds voor 2026 aanzienlijk lager is dan in 2025.

Prijscompensatie
Bijstelling vindt plaats op basis van de uitgaven van de laatste 2 jaar tot maximaal het percentage CPI in de septembercirculaire 2021 (1,7%).

Tarieven en belastingen
De opbrengsten voor de gemeentelijke belastingen, heffingen en rechten verhogen wij 1,7% Dit is conform de Nationale Consumenten Prijsindex (CPI) zoals deze is opgenomen in de septembercirculaire (2021). Voor deze begroting is het percentage 1,7%.
De tarieven waarbij sprake is van kostendekkendheid zijn aangepast op basis van het bestaande beleid '100% kostendekkend 'conform het raadsbesluit in november 2020.  Voor de lasten bedraagt het percentage voor deze begroting 1,7%.

CAO gemeenten
Voor de programmabegroting 2023-2026 wordt per begrotingsjaar uitgegaan van een salaris- en sociale lastenverhoging zoals in de lopende CAO is vastgesteld.
Ook voor de index gebruiken we de tabel in de septembercirculaire 2021:
Voor 2023-2026 zijn dit de volgende percentages 2,3% / 2,1%/ 2,4% / 2,4%. Deze worden als een stelpost meegenomen.

Loonkosten grote subsidiepartijen
Bij loonkosten vindt jaarlijkse indexering plaats op basis van de laatste vastgestelde en bekende CAO voor de betreffende sector op het moment van indexering.
De overige kosten worden geïndexeerd met percentage CPI in de septembercirculaire 2021 (1,7%) tenzij er andere afspraken zijn.

Verbonden partijen
De bijdragen worden geraamd op basis van de meerjarenbegroting van de Verbonden partijen.

Overhead
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen wordt op grond van artikel 12, lid 5 van de financiële verordening uitgegaan van een bij de begroting vastgesteld percentage. Voor de programmabegroting 2023-2026 wordt dit percentage vastgesteld op 84,8% (verhouding overhead - loonkosten)

Onvoorzien
Voor de post onvoorzien wordt gerekend € 2 per inwoner (= afgerond € 58.000)

Toezicht provincie
Het toezicht van de provincie is onder andere vastgelegd in het gemeenschappelijk financieel toezichtskader voor gemeenten. Het kader heeft tot doel het hebben van duidelijke en transparante spelregels bij de uitvoering van de wettelijke taak financieel toezicht op gemeenten door provincies.

Aantallen inwoners en woningen
Het aantal inwoners is op 1 januari 2022 vastgesteld op 29.162 door het CBS, de prognose van het aantal inwoners per 1 januari 2023 is 29.360 inwoners. Het aantal woningen is op 31 december 2021 vastgesteld op 12.158, de prognose van het aantal woningen per 31 december 2022 is 12.492 woningen met woonfunctie.

Deze pagina is gebouwd op 10/06/2022 16:29:17 met de export van 10/06/2022 15:33:19